Loofbomen
Een loofboom herken je aan het blad en de vorm. Het blad van een loofboom is een blad, wat voorkomt in verschillende vormen. Voorkomende bladvormen zijn cirkelvormig, eivormig, lancetvormig, handvormig, ingesneden. Daarnaast kan een boom enkelvoudig, meervoudig of samengestelde bladeren hebben. Ook de randen van een blad zien er verschillend uit, gekarteld of gaaf bijvoorbeeld.
De meeste loofbomen krijgen mooie herfstkleuren in het najaar, sommigen zijn zelfs spectaculair te noemen. Na de herfst, bij de eerste vorst verliest de boom het blad en gaat in winterrust. In het voorjaar krijgt de boom dan opnieuw frisse jonge blaadjes. Loofbomen geven vaak ook vruchten, die de vogels, bijen, hommels en vlinders aantrekkelijk vinden. Vruchten zijn bijvoorbeeld appels en peren, maar ook eikels en beukennootjes.
Naaldbomen
In plaats van bladeren hebben naaldbomen naalden, de staan verspreid aan de takken van de boom of gegroepeerd in bundels. De meeste naaldbomen behouden hun naalden in de winter. Daarom vallen ze vooral in de winter op in het bos. De naalden kunnen verschillen van grijsblauw, tot frisgroen tot donkergroen. De afmetingen lopen uiteen van 1,5 meter tot aan 20 a 30 meter of hoger.
De vruchten van naaldbomen zijn herkenbare kegelvruchten, zoals bijvoorbeeld de dennenappel. Die laatste zul je vast kennen.
Bomen kopen
Zowel naaldbomen als loofbomen zijn geschikt voor in de tuin. Kijk goed hoe hoog de boom in volwassen staat zal worden, zodat je lang kunt genieten van je boom. Bomen zijn tevens geschikt om een hagen als afscheiding te maken. Kies hiervoor een soort die vanaf onderaan vertakt, zodat je een mooie dichte haag krijgt. Let er bij aanschaf op of de boom in gezonde staat is: dit zie je aan een gezond ogende boom, geen dode takken, en een goed ontwikkeld wortelgestel.
Bomen kun je met kluit kopen, of met blote wortels. Bij de laatste is het van belang om de boom zo snel mogelijk te planten en voldoende water te geven. Plant geen bomen bij vorst. Het planten van bomen doe je door een ruim plantgat te graven, meng in het plantgat de aarde met compost of organische meststof. Vervolgens zet je de boom iets dieper met boompaal in het gat en vul je de rest van het gat aan met de uitgegraven aarde. Je kunt aan de stam goed zien hoe diep de boom heeft gestaan aan verkleuring op de stam. Maak vervolgens een soort rand van aarde, om te zorgen dat het water wat je de boom geeft rondom de boom de grond in gaat. En geef zeker in het begin voldoende water.